Op bezoek bij de diëtist

Hier wordt een beschrijving gegeven van de startactiviteiten, onderzoeksactiviteiten en acties & presentaties voor het thema: Op bezoek bij de diëtist.

Startactiviteiten

- Start een kringgesprek met een praatplaat van het lichaam en vraag of de leerlingen weten hoe eten door je lichaam gaat.

- Neem een nepdrol mee (of maak deze zelf) en vraag of de leerlingen weten hoe eten uiteindelijk veranderd in deze drol!

nderzoeksactiviteiten

Sociaal-culturele praktijk:spreekkamer van de diëtist

- Ontwerp met de leerlingen een folder/folders over gezond eten en een gezond lichaam voor in de spreekkamer van de diëtist. Er kan (in kleine groepjes) onderzoek gedaan worden naar welk eten goed voor je lichaam is. 

  • Gebruik boeken, teksten en filmpjes. 
  • Bijvoorbeeld dit filmpje over de spijsvertering. 
  • Of deze van Huisje Boompje Beestje. 
  • Nodig een diëtist uit in de klas of bel een diëtist. 
  • Ontwerp en maak de diverse materialen voor in de spreekkamer, zoals een wand met afbeeldingen van de verschillende onderdelen van je spijsvertering, met leuke feitjes voor elk onderdeel.

- Tijdens het onderzoek zou je de volgende proefjes over vezels kunnen doen:

  • Pel een sinaasappel en verdeel deze in partjes. Ieder partje heeft zijn eigen doorschijnende vliesje. Peuter dit vliesje eraf en kijk naar het kale partje. Je ziet tussen het vruchtvlees allemaal lijntjes lopen. Wat zijn die vliesjes en lijntjes? 
  • Laat d.m.v. een proefje met een zeef met bloem en volkoren meel zien wat het verschil is tussen wit en bruin brood en leg uit waarom je brood nodig hebt. 

- Je kunt een gezonde lunch samen bereiden (bijvoorbeeld met bruin brood voor de vezels en groente en fruit voor de vitamines!).

Acties en presentaties

- Laat ouders in de spreekkamer plaatsnemen en laat de folder(s) zien. Ook kunnen de leerlingen een gezond gerechtje aanbieden. 

- Vertel de leerlingen dat je boodschappen hebt gedaan in de supermarkt en dat jullie gaan kijken aan welke voedingsmiddelen je lijf wel of niet iets aan heeft. Leg twee manden neer. In één mand komen alle voedingsmiddelen waar je lijf iets aan heeft. In de andere mand komen de voedingsmiddelen waar je lijf niets aan heeft maar die je af en toe als extra neemt. Laat steeds een leerling iets uit de mand pakken. Klik hier voor meer uitleg.